"De bijl erin!" roept Ingrid, "weg met die lelijke spaanplaatkast die ons al maanden in de weg staat. We hebben er toch niks aan."
Snel schiet ze haar laarzen aan, doet haar hoofdlamp op en loopt het donker in, richting het hok, terwijl ik alvast mijn overall aan doe.
Ingrid komt terug met een grote en een kleine bijl en gezamenlijk lopen we naar onze (bijna) wasruimte alwaar het spaanplaatgedrocht staat. Een kort moment denk ik nog dat we voor de zoveelste keer de kast moeten verplaatsen maar met een gerichte klap weet ik de zijkant los te slaan. Binnen 5 minuten ligt het hele spul buiten en transporteren we de restanten naar de aanhanger. Zo, die is weg!