Van Vadertje Tijd mogen we een uurtje langer slapen wanneer afgelopen nacht de klok een uur wordt terug gezet. De tijdgeest heeft nog een extra verrassing in petto, zo merken we vanochtend, want buiten is het hele landschap bedekt met een laag ’vorstelijke’ rijp. Voor het eerst dit seizoen ging de temperatuur onderuit naar -5gr Celsius. De wintertijd kon niet treffender beginnen!
De komende maanden heeft de duisternis de overhand want, geloof het of niet, omstreeks half vier in de middag begint het te schemeren en een uur later is het aardedonker. Dat belet ons niet een wandeling te maken. Bij de lokale elektronicahandel kopen we een pannlampa (pann=voorhoofd) zodat we niet onverhoopt in de greppel belanden.
Voor de vogels wordt het vinden van voedsel nu stilaan moeilijk. Steeds meer komen ze in de richting van ons huis, hetgeen niet ongemerkt aan Ingrid voorbijgaat. De eerste mezenbollen worden opgehangen en na enige gewenning kwetteren onze gevleugelde vrinden om de beste eetplek. We zien koolmezen, pimpelmezen en zwartkopmezen maar ook boomklevers alsook een stel brutale eksters en vlaamse gaaien. Verderop vertoeven een eenzame specht en een kleine zwerm goudvinken. In de verte klinkt de aanstekelijke roep van een raaf.
Als we een uur later kijken is één bol compleet verdwenen. Vreemd! Al gauw ontdekken we twee, wel heel vreemde vogels die alle moeite doen een smakelijk bolletje te verorberen: Àhkkà en Matsi…