Hier in de buurt ligt het plaatsje Ärla, niet erg bijzonder, maar wel landelijk bekend vanwege het rozencentrum Löta. Hier kun je de ouderwets welriekende rozenstruiken krijgen, rozen met een lang en befaamd verleden. Recent kochten we drie soorten die nu beginnen te bloeien. Op een struik is één roos inmiddels open. De geur? In één woord: hééééééérlijk! Zó rook het lang geleden in het rosarium van een voorname kasteelheer.
Vandaag regent het onafgebroken. Geen dikke druppels of zo, maar een eindeloze stroom van die hele fijne motregen-druppeltjes waar je drijf- en kletsnat van wordt. Onze weekendplannen vallen letterlijk in de regenton: Ingrid wilde het gras maaien en andere buitenklussen doen terwijl Cas verder wilde met het timmerwerk.
We nemen een stoer besluit: wandelschoenen en waxjacks aan, paraplu op oorlogsterkte en erop uit voor een stevige wandeling. Een weinig later zijn we op weg voor een rondje Böshult. De regen ruist op de bomen en we komen een eenzame wandelaarster tegen. We passeren het plateau en lopen even later opnieuw door het bos. Cas vertelt Ingrid over zijn ontdekking van de welriekende nachtorchis. Plots roept Ingrid: "Maar wat is dat daar, die roze bloem?" We lopen erop af en tot onze verbazing staan we oog in oog met een andere orchidee, de gevlekte orchis. Niet één, niet twee maar ruim 30 stuks staan in een prachtige bloei. Opeens zien we zelfs een keverorchis. Fantastisch!
En de regen? Welke regen? Op slag zijn we alle nattigheid vergeten...