Exact om 10.18u rolt de trein het strak gestilleerde station van Strängnäs binnen. Plek genoeg voor ons viertjes en een weinig later zoeven we richting Stockholm. In de Zweedse hoofdstad geldt op weekdagen een tolsysteem als je met je auto de stad in wilt: milieumaatregel weet-je-wel. Parkeren kost ook een lieve duit dus daarom gaan wij lekker onderuit ìn en mèt de trein. Een retourtje kost slechts 200 kroontjes p.p. en grote mensen onder de 16 (Eline!) reizen gratis in gezelschap van een volwassene.
Stockholm CS ligt aan de rand van het centrum. Hoofdingang uit, Vasagatan oversteken richting de grote kerk (kannie missen), door het parkje voorbij de kerk en je staat midden in de drukke winkelstraat Drottninggatan. Loop naar links om naar het bekende Sergelstorget (groot, deels ondergronds plein) te gaan. Wij lopen naar rechts, richting Gamla Stan, de oude en o zo mooie binnenstad.
Bij het koninklijk paleis zijn we juist op tijd als de wacht wordt gewisseld. Even, héél even is Eline het idool van de dag.
Daarna gaat de tocht verder door de oude binnenstad en zien onder andere een archeologische vondst: een pas ontdekte gewelvenkelder. Verderop vinden we een leuk cafeetje met een nog leuker piepklein toilet. Bakkie leut, thee, limo en iets erbij voor de lichte trek.
Na deze versterking dwalen we verder door de pittoreske steegjes, straatjes en pleintjes. Her en der staan we stil bij een etalage of gewoon om rond te kijken. Gewinkeld wordt er ook, zoals een knuffelige elandsleutelhanger voor Eline en het ultieme Zweden-symbool: een dalahäst, een met de hand gesneden houten paardje. Meestal zijn ze rood geverfd maar deze keer gaat een rose exemplaar over de toonbank, dat staat mooi bij onze identiek gekleurde kaarsenhouders.
Vele uren later zijn we terug in Drottninggatan tussen het massaal aanwezige winkelpubliek. Pfffff, wat een drukte, dat zijn we niet meer gewend. Weet je wat? We nemen gewoon de trein terug. Naar de rust van ons bos.